AKAH (Alles komt aan huis)
door: Bouke, NL-10268
Over de radioman H.K.A.Klasen uit Oude-Pekela.
Het mag een wonder heten dat het strokartondorp Oude-Pekela niet uitgegroeidis tot een klein Eindhoven.
Achteraf is het erg jammer dat de radioliefhebber en fabrikant Hubertus Klasen, niet op tijd patent heeft aangevraagd op een paar uitvindingen, anders had
het wel eens kunnen zijn dat in het Oost Groninger land, voor de oorlog, een radiofabriek was ontstaan, waar de grote Philips nog een puntje aan kon zuigen.
Hubertus Klaas Adam Klasen werd in 1889 in Oude-Pekela geboren.
Vader Klasen hield zich bezig met het bevrachten van schepen, en verhuurde dekkleden.
Bertus werkte in het bedrijf van zijn vader, maar als het maar even mogelijk was zat hij te experimenteren met allerlei elektrische apparaten. Zijn eerste uitvinding was een alarminstallatie die de schipper waarschuwde als het ruim vol water liep, heel wat later heeft een zekere Benders uit Den Haag patent gekregen op een zelfde constructie.
Toen er iets meer bekend werd over de radiotechniek, moest Bertus er meer van weten. Sinds 1919 las hij er alles over wat los en vast zat en nam hij er proeven mee. Bij importeurs uit Amsterdam en Baarn kocht hij veel materiaal op radiogebied op, en daar kon hij eind 1920 zijn eerste ontvanger mee bouwen. En verdraaid hij deed het nog ook.
Het was een hele sensatie. In Oude-Pekela was een kerel die geluid uit de lucht kon plukken, en het ook liet horen!!
Ver uit de buurt kwamen ze bij Bertus in het schuurtje om eens met de koptelefoon over de oren te luisteren naar wat er wel uit zo'n kastje kwam. Menigmaal
kwam de vraag of Bertus voor hen ook niet zo'n ding maken kon. Dat deed hij maar al te graag, als ze tenminste de materiaal kosten wilden betalen.
Bij elke serie ontvangers die hij zo maakte leerde hij weer een beetje meer over zijn hobby. Toen er steeds meer vraag naar zijn radio's kwam, moest Bertus steeds vaker "nee" verkopen, omdat scheepsbevrachter nu eenmaal zijn beroep was. Aan de andere kant
zag hij wel in dat er mogelijkheden waren om helemaal van het fabriceren van radiotoestellen te leven.
In 1922 waagde hij de grote stap, liet het bevrachten aan zijn broer over, en begon met een eigen fabriek, De Radio Apparaten Fabriek H K A Klasen te Oude-Pekela.
De kasten werden van toen af aan gemaakt door een meubelfabriek, en voor het bouwen van de radio's werd een leerling aangenomen. Voor hem zelf was het onderzoek,
het ontwikkelen van nieuwe technieken, en het toepassen van ideeën die van ver op hem afkwamen. Er was genoeg voor de baas van het fabriekje te doen.
Over de luidsprekers was Bertus nog lang niet te spreken. Ook maakte hij wel gebruik van een grote hoorn, net een toeter om het geluid te versterken. Aan het einde van de hals zat een trilplaatje. Maar geweldig
was het geluid niet, een beetje blikkerig. In een Amerikaans tijdschrift las hij iets over papieren trilplaatjes, dus ging hij experimenteren met
allerlei papiersoorten, maakte in plaats van vlakke ook trechtervormige plaatjes. Dat laatste leek hem het beste, maar het papier was te slap. Met
zijn vriend die drogist was vond hij een vloeistof die het papier steviger maakte en toch buigzaam hield.
Zonder overdrijving kan gezegd worden dat de Oude-Pekelaarder de eerste of een van de allereerste was die de conusluidspreker ontwikkelde..... en had hij daar nu maar patent op aangevraagd!
Siemens en Philips kwamen een jaar later met een zelfde uitvinding, en we weten hoe het met deze merken is gegaan.
Zeker is wel dat Klasen de allereerste was die een radio op de markt bracht met een ingebouwde luidspreker. En wat voor een!!
Om tot een goede vorm te komen, had hij advies gevraagd aan de bekende kunstenaar Ter Reegen. Die maakte voor het nieuwe toestel een voorfront van houtsnijwerk met de afbeelding van een fluitspeler in het bos.
Later kwamen er nog andere afbeeldingen bij.
Het ging met de verkoop van de toestellen zo goed dat Klasen vertegenwoordigers in dienst nam. De prijs, drie honderd en dertig eerlijke vooroorlogse guldens. Op een tentoonstelling in Veendam liet Klasen maar liefst zeven verschillende modellen zien.
En het mooiste was, hij had ze nu ook op wisselstroom, en dat was nodig ook, want steeds meer mensen in alle hoeken en gaten van het land
konden over stroom uit centrales beschikken.
Mensen stroomden toe, en praatten dagenlang over het mooie spul dat die Oude-Pekelaarder daar aan de man bracht.
In het fabriekje werkten zes mensen. Ze bouwden niet alleen radio's en luidsprekers, maar ook hele geluidsinstallaties voor bioscopen, die in die tijd volop in opkomst waren.
De glorietijd van AKAH ging voorbij.
Philips en andere grote merken hadden ongeveer veertien octrooien gekregen voor belangrijke schakelingen, en zij gaven geen toestemming
meer om materialen met hun octrooien in de apparatuur van Klasen in te bouwen.
Eindhoven wilde het bedrijf in Oude-Pekela nog wel over nemen, maar daar voelde Klasen niets voor, en zo bloedde het zaakje in Oude-Pekela langzaam dood.
Maar Bertus was niet voor een gat te vangen, hij had het wel zien aankomen dat het mis zou lopen met de bouw van eigen toestellen. Daarom vroeg hij in 1927 een vergunning aan voor het aanleggen van radiodistributie in zijn woonplaats. Het jaar daar op kwamen de vergunningen af, en kon
hij in Oude- en Nieuwe-Pekela, langs het Pekelderdiep een bovengronds netwerk aanleggen. Houten palen werden de grond ingeslagen, daar kwamen isolatoren aan, die werden verbonden met blanke koperdraden, met aftakkingen naar de huizen.
In Oude-Pekela kwam zo doende de eerste Noord Nederlandse Radio Centrale.
Alles was eigen fabrikaat, de luidsprekers, de versterkers en het net. Ze begonnen met vier en dertig abonnees, maar het duurde niet lang of het
waren er zestien honderd, ook omringende gemeenten werden aangesloten.
De prijs van een aan sluiting was, zeker in de crisisjaren, redelijk hoog. Voor een luidspreker betaalde men vijf en twintig gulden, voor het aansluiten een tientje en het abonnement twee kwartjes in de week.
Bertus Klasen beleefde veel plezier aan de radio distributie, hij gaf de Hilversumse zenders door, draaide zelf ook grammofoonplaten en gaf op verzoek berichten door over weggelopen huisdieren!
In de oorlog werd Radio Klasen onder de PTT geplaatst, zo konden de Duitsers er goed controle op houden wat er uitgezonden werd.
Toch moest Bertus een keer bij de SD verschijnen, hij werd verdacht van het doorgeven van berichten aan de ondergrondse. Hij werd op de bekende manier ondervraagd en geslagen. ‘s
Avonds liet de SD hem weer vrij. Er was niets te bewijzen.
Na vijfenveertig nam de PTT alle radiocentrales over.
De bezitters, dus ook Bertus Klasen, werden gedwongen uitgekocht.
Het was een grote teleurstelling voor hem dat Radio Klasen en AKAH helemaal verslonden waren.
Overgenomen uit " TOAL EN TAIKEN" tiedschrift veur Grunneger Kultuur
Vrij vertaald door Bouke / NL 10268.