clubstation VERON
afdeling Walcheren

RAYNET oefening 2004

Verslag RAYNET oefening op 10 en 11 juli 2004 door PA1FZH en PA1IJF

Zoals op de WAL site te lezen valt, opereert in Engeland al een amateurradio-noodnet sinds 1953, het jaar waarin ook Engeland werd getroffen door de watersnoodramp. In Engeland zijn dat op dit moment zo’n 2000 leden, samengevoegd onder de noemer (Radio Amateurs emergencY NETwork)

Tijdens de herdenking van de watersnoodramp in februari 2003, kwamen twee Engelse RAYNET kennissen van Rens, te weten: John, G8YDC en zijn XYL Beatrice, G6AJF, speciaal naar Neeltje Jans om ons te helpen. Tijdens het weekend bood John aan om eens een keer wat meer te komen vertellen over RAYNET als hij “toch eens in de buurt was” hetgeen resulteerde in "The Talk" op de WAL vergadering in April 2004.

Na afloop van de lezing nodigden John en Beatrice ons (Rens, PA1IJF en Dan, PA1FZH) uit om mee te doen aan een RAYNET activiteit welke in juli in het Lake District zou worden gehouden. Zulke berichten moet je direct serieus nemen en onder het genot van een Indische maaltijd en een biertje goed laten doordringen, maar als het dan eenmaal is doorgedrongen, dan staan de rugzakken de volgende dag al gepakt klaar.

Nadat we via e-mail een soort sollicitatieformulier hadden ingevuld, werden we opgenomen in de ledenlijst van dit evenement en kregen we wekelijks de laatste updates van het evenement zodat we ons goed konden voorbereiden.

En zo kon het gebeuren dat we op 8 juli voor het luttele bedrag van 1 euro naar Leeds vlogen, waar John en Beatrice ons al stonden op te wachten. Gezien de ervaring dat 4 zendamateurs voor een periode van 4 dagen nog meer spullen meenemen dan een gemiddeld gezin wat inclusief potten pindakaas, aardappelen en schoonmoeder een maand naar Italië gaat, hadden John en Beatrice besloten om voor de gelegenheid maar een grotere auto te huren. Weliswaar geen Landrover doch slechts een Volvo S90, maar in tijden van survival moet je niet te kieskeurig zijn.

Na een rondrit langs allerlei bezienswaardigheden (veel punten die John ook al tijdens zijn presentatie had laten zien, inclusief de Lion Inn in de York Area) en een laatste nachtrust in een echt bed, lieten we de pot pindakaas en de schoonmoeder achter, maar moest Rens desondanks op het Volvo kofferdeksel gaan zitten alvorens deze in het slot klikte en konden Dan en Beatrice elkaar op de achterbank niet meer zien door een berg rugtassen met allerhande “altijd handig” zaken.

net voordat Rens op het kofferdeksel ging zitten

Ook deze rit voerde langs allerhande bezienswaardigheden, pubs en outdoorzaken (kwijl) zodat we al een aardig beeld kregen van de omgeving van het Lake District. Een memorabel feit was toen we via een zeer smalle weg met af en toe een hellingshoek van 30% naar beneden reden en daar een tegenligger tegenkwamen. Met ingeklapte spiegels lukte het net elkaar te passeren.

30%, wat meer dan in een gemiddelde pint      het ken net!

Bij het basiskamp in Boot (Eskdale) aangekomen werd de geleende tent opgezet en werden onze bange vermoedens bewaarheid: we zouden om de beurt adem moeten halen om te voorkomen dat de kleine tent vacuüm getrokken zou worden.

Moet ik hierin? Dat gaat nooit lukken

Vrijdagavond, na aankomst van de scouts en zendamateurs, volgde de briefing. Hierin werd aan de Scouts verteld wat er van hun verwacht werd en werden vervolgens de zendamateurs ingedeeld in groepjes. Om onszelf moed in te drinken, bezochten we nog een locale pub waar het locale bier nog met een echte “bierpomp” in de pints werd geschonken.

 

Opzet van de Challenge Hike
De Challenge Hike wordt ieder jaar georganiseerd door de Sunderland Scouts. Gedurende dit weekend is het de bedoeling dat de scouts in groepjes van 4 – 6 man een looptocht door de heuvels in het Lake District maken. Planning, afgelegde afstand en overbrugde hoogtes leveren een aantal punten op. Een maand van te voren moeten de scoutgroepen hun voorgenomen route in detail doorgeven aan de organisatie. Het detailniveau gaat zo ver dat men naast de route precies moet aangeven wanneer men waar denkt te zijn. De District Mountain Adviser controleert de routes en rekent uit of de opgegeven afstanden en routes reële opties zijn. Op een aantal checkpoints staat er dan iemand van de scoutingleiding die controleert of de scouts de juiste route lopen, op tijd zijn en fysiek nog in goede staat verkeren. De scouts voeren al hun spullen (inclusief tent, kook- en slaapgerei) in hun rugzak mee en overnachten onderweg. Als je dan bedenkt dat de jongste scout 14 jaar is en de oudste 18, dan krijg je toch wel bewondering.
Oorspronkelijk begon dit evenement voor de scouts uit Sunderland, maar dit jaar waren er ook groepen uit andere delen van Engeland en zelfs twee uit Malta.

 

Medewerking RAYNET
In het heuvelgebied van het Lake District is geen dekking van mobiele telefoons mogelijk. Om toch een betrouwbare communicatie tussen het basiskamp en de diverse checkpoints mogelijk te maken, wordt de hulp van RAYNET leden ingeroepen. Het principe is ver gelijk aan de opzet zoals wij dat met de JOTA kennen; een zendamateur sjouwt zijn hele shack mee en zorgt voor de verbindingen, terwijl de scouts hun spel draaien.
Verbindingen en scouts werken in principe naast elkaar; op de checkpoints staan altijd een scoutleider en iemand van RAYNET. De scoutleider kijkt of de scouts in goede conditie zijn en maakt een boodschap op. De zendamateur vertelt deze boodschap dan vervolgens aan een amateur in het basiskamp, die het opschrijft en doorgeeft aan de District Mountain Advisor.
Voor het doorgeven van de boodschappen worden standaard formulieren gebruikt.

Het onleesbare in het handschrift van een Nederlandse zendamateur en een Engelse scout, zoek de verschillen

Gedurend dit weekend waren zo’n 20 amateurs actief. Het basiskamp werd continue door 2 amateurs bemand, terwijl de diverse checkpoints van 1 of 2 amateurs werden voorzien. Ook in de terreinwagens (voor onvoorziene omstandigheden) en in de minibus (in Engeland mogen hier 12 personen in zitten) reden amateurs mee.
Om onszelf ook voor buitenstaanders herkenbaar te maken, kreeg iedereen een badge die je zichtbaar moest dragen.

 

Techniek
Als het voor de mobiele telefoons moeilijk is om een complete dekking te hebben, dan levert dat voor zendamateurs natuurlijk alleen een uitdaging op. Je houdt het niet voor mogelijk, maar zelfs zonder het improvisatietalent van de Walcherse zendamateurs lukte het om een volledige dekking te krijgen.

Dit ging als volgt:

Zij zijn groot en ik is klein

 

Organisatie
Nadat de routes van de scouts waren vastgesteld, werden de zendamateurs aan een scoutleider gekoppeld. Omdat het voor ons de eerste keer was, werden Rens en Dan samen met een scout en zijn vrouw als één team samengesteld. Zij vormden samen de checkers.
Wat neem je mee op zo’n eerste tocht naar een checkpoint: wel, in ieder geval eten, 2 liter water, warme en waterdichte kleding, bivakzak, EHBO kit, camera, schrijfgerei, antenne, kabel, accu’s en natuurlijk je portofoon, samen goed voor zo’n 12 kg per persoon. Een Recta kompas was wel handig, maar een GPS doet (zeker in samenwerking met de uitstekende kaarten van de Ordonance Survey) wonderen.
De scouts hadden een ontbijt verzorgd, compleet met witte bonen in tomatensaus, wit brood en worstjes. Ook kregen we ieder een lunchpakket mee, bestaande uit brood, koek, fruit en wat te drinken.

Vervolgens gingen de scouts op zaterdagochtend lopend op pad en werden de “voet-teams” met een minibusje zover als mogelijk naar hun checkpoint gebracht. Voor ons betekende dit 30 minuten rijden en daarna 1,5 uur lopen / klimmen om uiteindelijk op onze locatie Walna Scar Road met een hoogte van 600 meter uit te komen. Hier richtten we ons checkpoint in, hetgeen wil zeggen dat we gingen zitten en volgens Engelse tradities thee gingen maken(een goede scout heeft natuurlijk altijd een brander bij zich). Gelukkig kun je van kokend water ook koffie maken, zodat we ook een Nederlandse traditie hoog konden houden.

Een deel van de routes die de scouts liepen     695 of 700 meter? Wij waren er!     Gelukkig kun je Engels theewater ook als Nederlands koffiewater gebruiken

Was het in het dal nog T-shirt weer, op de duizelingwekkende hoogte van 600 meter sloeg het Engelse weer ongenadig toe. Langzaam maar zeker verschenen de sweaters, fleece truien en Tenson jacks uit de rugzakken, gevolgd door de mutsen en handschoenen. Toen Rens en Dan al velddag-weer visioenen kregen, barstte het Engelse weer in alle glorie los. Bij een gevoelstemperatuur van 0° Celsius werd in een staaltje van Walchers Improvisatietalent de antennemast al snel gekannibaliseerd en diende als ondersteuning van het meegebrachte Gamma zeil. Zelfs de Engelse scout-checkers moesten toegeven dat zij hier nog niet eerder aan hadden gedacht.
Jammer dat we aan een mountain bike pad lagen en dus af en toe even de scheerlijnen moesten losmaken om een mountain bike, off-road motorfiets of Landrover te laten passeren.

I'am singing in the rain

Naast het checkpoint lag nog een wat hogere top, Brown Pike, die we natuurlijk nog even moesten bedwingen. Deze heuvel had een betwistte hoogte. Rens vond namelijk dat zijn gloednieuwe horloge met een ingebouwd kompas en een hoogtemeter de juiste hoogte van 696 meter aangaf, terwijl Dan vond dat zijn GPS dankzij 10 zichtbare satellieten het met een hoogte van 700 meter (toegegeven, op je tenen staand, met je arm omhoog) veel meer bij het rechte eind had. Bovendien was de GPS ook veel duurder, dus vond Dan dat hij dan ook beter de hoogte zou moeten kunnen aangeven. Heerlijk, die moderne techniek; vroeger geloofde je de kaart maar nu hadden we aan de bijna 8 uur in de heuvels te weinig tijd om de invloed van de dalende luchtdruk op de juistheid van een barometrische hoogtemeter af te zetten tegen de hoek van de diverse satellieten. In ieder geval was het hoger dan ons trainingsobject, de duinen van Zoutelande(48 meter).

Blik op Coniston Water

De scouts kwamen keurig op de voorspelde tijden binnen en nu bleek het nut van een goede communicatie. Doordat het weer slechter werd, besloot de scoutleiding in het basiskamp de route voor de scouts in te korten en konden wij dat meteen doorgeven.

’s Avonds rond 21:30 was de laatste groep gepasseerd en daalden wij weer af naar lagere sferen. Doordat we de exacte locatie konden bepalen (dat kan nu net niet met een Suunto horloge) en doorgeven, stond de minibus alweer te wachten toen we beneden aankwamen.
Voor de Engelse scouts en amateurs was de Nederlandse humor gedurende de dag al vrij vermoeiend geweest (I’m singing in the rain en I can see clearly now the rain has gone), maar toen we “it has been a hard day’s night” begonnen te zingen in de bus, werd er zeer meewarig gereageerd.

In het basiskamp aangekomen werden we getrakteerd op een echte Engelse scoutmaaltijd. Met ons beider scoutingverleden hadden we ons op het ergste voorbereid, maar dit overtrof echt alle verwachtingen. Geserveerd door 2 lieftallige Engelse dames (here’s your dinner honey) kregen we Pie, chips, stew en pannenkoeken toe.

Op zondagochtend was het weer vroeg op want we werden geacht vóór de scouts op onze checkpoints te zijn. Dit keer bestond onze groep uit John, G8YDC, Dan en Rens en was de bestemming Burnmoor Lodge, een klein huisje gelegen aan de Eskdale Moor op ook weer zo’n 1,5 uur lopen vanaf het basiskamp. Ook hier kwamen weer een aantal groepen langs en konden wij netjes alle data doorgeven.

Nog redelijk montere scouts aan het begin van de 2e dag

Rond 14:00 was iedereen weer terug in het basiskamp en werden de winnaars bekend gemaakt.
Tijdens de de-briefing moesten de RAYNET leden toegeven dat ze eerst hadden getwijfeld of wij het wel zouden redden, maar nu moesten ze toegeven dat we beter hadden gepresteerd dan ze hadden verwacht; men vond zelfs dat we beter te verstaan waren dan de amateurs in hun lokale dialect. Ook het behandelen van de berichten verliep in hun ogen erg goed.
Hoe ze achter onze rug over ons zullen spreken, weten we natuurlijk niet maar zeker is dat we voldoende gesprekstof hebben achtergelaten.

 

Slot
Voor ons was het een bijzonder leerzaam weekend. Niet alleen hebben we heel veel bezienswaardigheden gezien en hebben we lekker gelopen in de plaatselijke heuvels, maar tevens hebben we veel geleerd van de opzet van het RAYNET netwerk.

Wat je heel duidelijk ziet is dat de RAYNET mensen alleen de communicatie verzorgen. Zij bemoeien zich dus absoluut niet met het evenement of calamiteit. De organisaties die RAYNET inroepen, verwachten dan ook dat de amateurs zelf de locaties en bemanning regelen voor hun basispost en repeaters en zich verder nergens mee bemoeien. Gewoonlijk zorgen de organisaties voor eten en drinken, maar de meeste RAYNET mensen nemen ook zelf wel het nodige mee.

Voor dit soort activiteiten die we nu hebben meegemaakt (en wat het merendeel van de RAYNET inzetten is) wordt er altijd een beroep gedaan op de plaatselijke RAYNET groep. De plaatselijke RAYNET coördinator zorgt dan dat de benodigde mensen bij elkaar komen en een ieder brengt zijn eigen materiaal mee. De plaatselijke groep heeft geen eigen bezittingen en ook (meestal) geen eigen clubhuis. Men ontmoet elkaar tijdens de inzetten / oefeningen.

Zoals we het nu hebben bekeken, weten we zeker dat we technisch gezien op Walcheren direct een inzet zouden moeten kunnen doen. Ook qua apparatuur zitten we goed, met een portofoon en een mobielset kom je al een heel eind. Je zag dat ook de Engelse Novice amateurs actief deelnamen aan deze inzet.
Echter, de benodigde discipline van de meewerkende amateurs en de “gave” je te “onderwerpen” aan datgene wat de organiserende organisatie van je verwacht, zal nog veel training en tact gaan vereisen en we zullen ons ook moeten gaan richten op de samenwerking met locale groepen (zowel overheid als individuele recreatieve groepen).

In Engeland is dit wat makkelijker daar RAYNET daar al een geaccepteerd instituut is en men voor calamiteiten al over locale “calamiteitbezwerings coördinatoren” beschikt die al kontakten hebben met een locale RAYNET groep.
Wat wel duidelijk naar voren kwam, is dat de RAYNET mensen in de eerste instantie zijn getraind voor noodsituaties, maar dat meer dan 95% van de inzetten voor assistentie bij locale evenementen is. Wij zijn misschien geneigd teveel naar de rampkant van de communicaties te kijken, maar de RAYNET mensen kijken daar wat genuanceerder tegenaan. Als we de communicatie tijdens evenementen goed doen, werkt het ook tijdens calamiteiten, vindt men.
Je zag ook duidelijk dat dit geen contestachtige toestanden waren met veel vermogen en grote generatoren (hoewel een aantal leden privé eenzelfde generator hebben als degene die prominente WAT leden hier ook op Walcheren gebruiken) maar dat men zich duidelijk richtte op het overbrengen van boodschappen met bescheiden middelen.

We willen graag John, G8YDC en zijn XYL Beatrice, G6AJF hartelijke bedanken voor hun enorme gastvrijheid en de leden van de Sunderland RAYNET groep voor hun vertrouwen in ons.

 

Voor meer informatie over het beschreven weekend: Rens, PA1IJF en Dan, PA1FZH.